We hebben ons onderzoek uitgevoerd in Basisschool 'De Waaier' in Kasterlee in de twee klassen van het zesde leerjaar. De school heeft haar naam niet gestolen, omdat ze een gevarieerd aanbod biedt met eigen accenten. Deze accenten zijn kinderen voorbereiden op het secundair onderwijs en waarden, vaardigheden en leerinhouden op een actieve manier aanbrengen. Zelfstandigheid en milieuzorg zijn erg aanwezig op deze school. Al deze aspecten komen sterk naar voor in de schoolvisie.
De school wil nog meer inzetten op de zelfstandigheid van haar leerlingen en het bewust omgaan met het milieu. Met dit laatste wil de school graag naar buiten treden om via de kinderen ook andere mensen bewust te maken van de problematiek ‘de opwarming van de aarde’, die steeds meer aandacht krijgt in de media. |
Al de materialen, werkblaadjes,... die gemaakt zijn, staan op de volgende OneDrive:
|
https://1drv.ms/f/s!AjB7fcacbZ7cggYVvJHv_YcXc1Mf
|
We kwamen de speelplaats op terwijl we een klimaatmars deden. Elke student was verkleed in een bepaald personage (bijvoorbeeld: afvalvrouw, professor, hippie, natuurvrouw, panda, persoon die opkomt voor bedreigde diersoorten en boswachter). We hebben spandoeken en afvalinstrumenten gebruikt om de leerlingen nog meer te prikkelen. In de klas werd er een link gelegd met de klimaatmarsen in Brussel aan de hand van een filmfragment. Na het filmfragment werden de Scrumborden kort uitgelegd. Daarna werden de teams op basis van de interesses en de kwaliteiten van de leerlingen gevormd. De leerlingen kozen een teamnaam en bepaalden een Definition of Fun.
|
Er werd een Stand-up gedaan waarin werd besproken wie welke taak op zich neemt. Wanneer de taken verdeeld waren, gingen de leerlingen de leerinhouden al scrummend verwerven. Aan het einde van deze Sprint moesten de leerlingen een poster opleveren. Ondertussen gaven de leerlingen elkaar feedback op het product en het proces. Op het einde van deze Sprint presenteerden de leerlingen de poster aan elkaar. Er werd een interview afgenomen door de Product Owners (dit waren wij, de studenten van Thomas More), om te testen of alle leerlingen de leerinhouden onder de knie hadden.
|
De verschillende stappen van Sprint 2 en de Scrumborden werden samen met de leerlingen overlopen. De Product Owners gingen naar hun eigen groep om de opdracht te duiden en de Definition of Done uit te leggen.
Elke groep had een eigen project, dus ook een andere Definition of Done. De teams gingen zelfstandig aan de slag. Tijdens deze Sprint gaven de leerlingen elkaar feedback over het proces en het product. Ten slotte kregen de leerlingen nog even tijd om hun project aan te passen met de feedback in het achterhoofd. Onze rol hierin was rondgaan, observeren en bijsturen indien nodig. |
Opnieuw werden de stappen in Sprint 3 en het Scrumbord overlopen. De Product Owner hield samen met het team een Stand-up. Er werd nog extra tijd gegeven om het project af te werken. De teams van de flashmob en het liedje kregen de opdracht om hun eindproduct aan te leren aan de andere teams. Voor de speeltijd werd er opnieuw feedback gegeven op het proces en het product. Daarna werd alles opgeruimd. Op het einde van de dag hielden de leerlingen een tentoonstelling in de klas en op de speelplaats. Tijdens deze tentoonstelling stelden de teams hun projecten aan elkaar voor. Zo konden alle teams de resultaten van elkaar zien. De flashmob en het liedje werden met heel het zesde leerjaar uitgevoerd.
|